Het fonds wil, in het belang van de deelnemer, maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en een bijdrage leveren aan een betere wereld. In 2022 heeft het fonds de MVB ambities herijkt, concrete doelstellingen geformuleerd en een breed deelnemersonderzoek uitgevoerd om de wensen van deelnemers vast te stellen. Het motto ‘het MVB-beleid van SPWKN is gericht op deelnemers die gezond kunnen leven in een duurzame en vreedzame wereld’ is daarvan een samenvatting.
Het fonds weegt MVB aspecten mee bij beleggingskeuzes en gelooft dat MVB goed kan samengaan met financiële ambities. Het fonds gaat daarbij uit van de volgende uitgangspunten:
Ons MVB-beleid is hier te vinden. Het pensioenfonds heeft daarnaast een stem- en engagementbeleid om invloed uit te kunnen oefenen op het beleid van de bedrijven.
In 2019 heeft het fonds het IMVB-convenant (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen) ondertekend, waarin Nederlandse pensioenfondsen samenwerken met de overheid, vakbonden en niet-gouvernementele organisaties om het maatschappelijk verantwoord ondernemen te bevorderen. Het convenant gaat uit van de ‘OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen’ en de ‘UN Guiding Principles on Business and Human Rights’ (UNGP’s). convenant. Met BlackRock is een werkwijze ontwikkeld om de negatieve impact van bedrijven vast te stellen en daarover te rapporteren. In 2022 liep het IMVB convenant af en wordt niet verlengd in 2023. Het fonds blijft zich wel inzetten voor de gedachte achter het convenant en blijft onder andere rapportagevereisten uitvoeren. Daarom publiceren we:
In de mandaten van het fonds krijgt de implementatie van MVB steeds meer aandacht. Op dit moment vindt MVB-implementatie plaats door middel van ESG (Environmental, Social en Governance) factoren of via uitsluitingen. Eind 2022 werden in ongeveer 74% van de beleggingsportefeuille MVB-criteria toegepast. Dit percentage is hoger dan wat als groen wordt geclassificeerd in de SFDR. Op obligaties in het LDI-mandaat, het MBS Fund (hypotheekobligaties) en private equity (‘oude’ uitlopende mandaten) werden (nog) geen ESG-criteria toegepast.
De invulling van MVB per mandaat:
De aandelenportefeuille volgt de MSCI ESG Focus index, die op basis van MSCI-data de ESG score maximaliseert, maar waarbij de tracking error ten opzichte van de ‘parent’ MSCI-index maximaal 0,5% mag zijn. Producenten van tabak en controversiële wapens en meer algemeen van bedrijven die in strijd handelen met de UN Global Compact Principles zijn uitgesloten. Dankzij deze aanpak wordt nog maar in ongeveer een derde van de bedrijven belegd die deel uitmaken van de parent MSCI-index.
Het fonds zal de komende jaren waar verantwoord de MVB-implentatie intensiveren.
Het pensioenfonds is zich bewust van de risico’s van klimaatverandering. In 2019 zijn scenario’s doorgerekend van de impact op de waarde van de beleggingen van versneld doorgevoerde maatregelen tegen klimaatverandering. De komende jaren zal dit risico volop aandacht krijgen. Bij de beleggingen in aandelen heeft het pensioenfonds een eerste risico-verlagende maatregel genomen door de CO2-voetafdruk te verlagen. Verdere informatie over integratie van duurzaamheidsrisico's leest u hier.
Het pensioenfonds classificeert zijn pensioenregeling als een duurzaam product dat ecologische of sociale kenmerken promoot, waarbij gedeeltelijk in duurzame producten wordt belegd. Het pensioenfonds heeft met de pensioenregeling duurzaam beleggen niet als doel, maar wel de visie dat duurzaam beleggen bijdraagt aan zijn langetermijndoelstelling. Het fonds houdt niet expliciet rekening met de EU-taxonomie en duurzaamheidskenmerken volgens de SFDR.
In de toelichting duurzaamheidsinformatie en precontracturele informatie pensioenregeling lees je wat de doelstelling van het pensioenfonds is inzake duurzaam beleggen. Daarnaast wordt er informatie verschaft over de door het pensioenfonds gehanteerde methodologieën, referentiebenchmarks, ESG-indicatoren, gegevensbronnen en screening criteria, voor zover deze al gehanteerd worden. In de SFDR Annex IV rapportage lees je de behaalde resultaten.
De Europese verordening SFDR bepaalt dat een pensioenfonds aan moet geven of het de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren meeneemt.
Het pensioenfonds houdt op dit moment geen rekening met de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren, in de zin van artikel 4 van SFDR.
Het pensioenfonds weegt verschillende ESG-criteria mee bij zijn investeringsbeslissingen. Maar het pensioenfonds weegt niet specifiek mee wat de ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen zijn op de duurzaamheidsfactoren zoals gedefinieerd in SFDR. Het pensioenfonds heeft dus een eigen keuze gemaakt welke criteria het meeweegt.
Daarnaast moeten pensioenfondsen die wel rekening houden met ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren ook over een grote hoeveelheid indicatoren rapporteren. Het pensioenfonds moet daarvoor aanvullende data inkopen. Dit brengt hoge kosten met zich mee. Maar ook de dekking van de data en de kwaliteit daarvan is een reden om (voorlopig) de verklaring ongunstige effecten niet op te stellen. Daarnaast verwacht de SFDR een opbouw van enkele jaren historie.
Het pensioenfonds verwacht dat zowel de dekking als de kwaliteit van de data de komende jaren zal verbeteren. Verder is het fonds in een onzeker toekomstperspectief terecht gekomen. Het pensioenfonds zal de huidige keuze om geen rekening te houden met de belangrijkste ongunstige effecten in heroverweging nemen, als het fonds een zeker toekomstperspectief kent en de datakwaliteit is verbeterd. Bij deze heroverweging neemt het pensioenfonds de kwaliteit, inspanning en kosten van de rapportages mee. Deze heroverweging kan ook nog beïnvloed worden wanneer deelnemers willen dat het fonds rekening houdt met de wettelijke ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsrisico’s.